Icarus is de jonge leerling van zijn vader, de beroemde uitvinder Daedalus, in diens beeldhouwwerkplaats in Knossos. Zijn leven wordt op zijn kop gezet door de ontdekking van een mysterieuze jongen met een stierenkop die verborgen leeft in het koninklijk paleis. Een geheime vriendschap verbindt de twee tieners tot koning Minos het "monster" opsluit in het labyrint, dat door Daedalus is gebouwd.