In het grensstadje Maeseyck, in een wereld die getroffen is door pest en honger, zijn er op het einde van de 18e eeuw overvallen van de ‘Bokkenrijders’ – een beruchte dievenbende die met bokken door de lucht zouden vliegen. Twee gerechtsdienaars krijgen de opdracht deze beruchte 'Bokkenrijdersbende' op te sporen. Onderweg krijgen ze te maken met bedrog, corruptie, verraad en uiteindelijk elkaar.