De twaalfjarige Georgie blijft na het overlijden van haar moeder alleen achter. Zij woont, tot haar eigen tevredenheid, in haar eentje in een flat in Londen. Ze liegt de maatschappelijk werkers voor dat ze samenleeft met haar oom en steelt fietsen om te overleven. Aan haar zelfstandig leventje komt een einde als haar vader plotseling opduikt. Langzaam maar zeker groeien de twee naar elkaar toe.